trauma_feestdagen

Feestdagen en trauma: onderliggende neurobiologische processes die gepaard gaan met feesten

De maand december wordt vaak geassocieerd met gezelligheid, samen zijn, vieren met familie, cadeautjes enzoverder. Hoewel dit voor velen een vreugdevolle periode is, kunnen kinderen dit als een zeer stressvolle periode ervaren. Dit is waarom:

  • Nieuwe plaatsen bezoeken
  • Nieuwe mensen ontmoeten
  • Verandering in dagelijkse routine
  • Oppikken van stress bij anderen waardoor kinderen zelf sneller uit hun raampje gaan
  • Eventueel meer tijd buitenshuis doorbrengen
  • Overload aan sensorische informatie / prikkels
  • Extra taken voor de ouders waardoor de verbinding / co-regulatie tussen ouder en kind onder druk komt te staan

In een artikel van de Australian Childhood Foundation wordt uitgelicht hoe twee kinderen een typisch familie kerstfeest ervaren, op neurobiologisch niveau. Het eerste voorbeeld is dat van een kind zonder trauma, het tweede voorbeeld is dat van een kind mét trauma.

Een kind zonder trauma

Ik wandel een woonkamer binnen en zie een groep mensen die ik nog niet vaak gezien heb. Voor ik het weet schiet mijn amygdala (het gebied verantwoordelijk voor de regulatie van angst) in actie. Deze stuurt een boodschap naar het motorische deel van mijn cerebellum: ik bevries.

Mijn hypothalamus helpt me met de aanmaak van stresshormonen, met name adrenaline en cortisol, die ik nodig heb als ik in gevaar ben. Indien nodig kan ik in survival mode gaan.

Sensorische informatie wordt gecategoriseerd en in afzonderlijke stukjes naar mijn thalamus gestuurd.

Mijn hippocampus neemt hoogte van de situatie en vergelijkt deze met voorgaande ervaringen. Deze situatie kan mogelijks bedreigend zijn en verdient verdere aandacht, het komt overeen met eerdere ervaringen waar ik met onbekende mensen in aanraking kwam. 

Mijn limbisch systeem is voorzichtig; ik hou niet van groepen en zeker niet wanneer ik de mensen niet goed ken. Maar omdat ik geen traumatische ervaring heb meegemaakt blijft deze situatie binnen mijn window of tolerance voor stressvolle gebeurtenissen. Mijn thalamus is niet overweldigd door de stresshormonen of door de sensorische informatie dat binnenkomt. Ik ben in staat om de inkomende informatie samen te leggen en via de hippocampus naar de cortex te sturen, waar een gepaste reactie kan geïnitieerd worden.

De verhoging in stress is eigenlijk erg helpend voor mij, want het help mijn lichaam om voorzichtig te zijn, ik ben voorbereid op een potentiële bedreiging. Mijn ademhaling versnelt, mijn hart gaat sneller slaan, mijn pupillen verwijden en er wordt bloed naar mijn benen gepompt zodat ik het op een lopen kan zetten, moest dit nodig zijn. Maar omdat deze situatie binnen mijn tolerantieraampje blijft, ben ik in staat kalm blijven en rationeel te denken.

Ik kan deze situatie volgens de top-down manier verwerken. Dat wil zeggen dat mijn cortex van bovenaf een rationele boodschap kan sturen: ‘wees moedig, dit is géén levensbedreigende situatie, probeer kalm te blijven en de situatie wat beter bekijken’. Ik haal diep adem, mijn hartslag vertraagt terug een beetje en ik zet een stapje naar voor zodat ik de situatie van dichterbij kan bekijken.

Ik zie mijn favoriete tante, het herinnert me aan die fijne tijd dat we deze zomer hadden in haar tuin. Ik glimlach, maak een diepe zucht van opluchting en stap naar haar toe.

Hoewel ik nog een tijdje extra alert zal blijven (ik ken sommige mensen echt niet (goed)), zal deze ervaring wellicht geen impact hebben voor een langere periode. Mijn hormonen zullen relatief snel terugkeren naar baseline levels. Mijn stress-regulatie systeem kan tot rust komen (ik kan dit niveau van stress aan) en ik kan de dag verderzetten zonder problemen.

Een kind met trauma

Ik voel me al wat angstig en ben extra alert, want door het trauma heb ik sowieso al hogere baseline cortisol en adrenaline waarden. Daarbovenop bevind ik me in een vreemd huis en begrijp ik niet waar al dat Kerstmis gedoe om draait.

Ik wandel de woonkamer binnen en zie een groep mensen die ik nog niet vaak (of nog nooit) gezien heb. Voor ik het weet schiet mijn amygdala (het gebied verantwoordelijk voor de regulatie van angst) in actie. Deze stuurt een boodschap naar het motorische deel van mijn cerebellum: ik bevries.

Mijn hypothalamus helpt me om meer stresshormonen aan te maken, maar spijtig genoeg triggert deze extra influx aan cortisol en adrinaline (bovenop mijn reeds verhoogde baseline waarden) een sterke stress response.

Sensorische informatie wordt gecategoriseerd en in afzonderlijke stukjes naar mijn thalamus gestuurd. Elk stukje informatie komt met een overweldigende intensiteit binnen.

Als heel deze toestand mijn hippocampus nog niet heeft lamgelegd, is deze structuur in mijn hersenen nu de situatie aan het vergelijken met voorgaande ervaringen. Maar het lijkt allemaal erg eng en bedreigend. Ik hou niet van dit gevoel. Ik herken dit onaangename gevoel en heb het gevoel dat ik in gevaar ben. Ik moet wel in gevaar zijn.

De primaire structuren in mijn brein kapen mijn rationele denkprocessen. Mijn thalamus wordt overspoeld, mijn hippocampus heeft moeilijkheden om deze situatie als veilig te beschouwen, mijn amygdala schreeuwt VUREN VUREN en mijn hypothalamus blijft vragen om nog meer stresshormonen vrij te geven. Door de influx van deze hormonen gaat mijn ademhaling versnellen, mijn hart gaat sneller slaan, mijn pupillen verwijden.

Ik reageer nu bottom-up in plaats van top-down. Dat wil zeggen dat op dit moment mijn brein van hoger op wordt lamgelegd. Er is geen top-down communicatie meer mogelijk. Mijn cortex kan deze situatie niet meer rationeel beoordelen. Mijn lichaam vertelt me dat dit een bedreiging is. Ik heb geen tijd meer om te checken of dit daadwerkelijk zo is (mijn hippocampus gaat ondertussen ook offline), ik kan alleen nog maar vertrouwen op wat mijn lichaam me vertelt. Mijn thalamus stuurt intense signalen naar mijn amygdala en ik ga in survival mode.

Misschien draai ik me om en loop ik weg in de andere richting. Misschien blijf ik als bevroren staan, angstig en in paniek. Misschien verlies ik het en gooi ik een voorwerp door de kamer naar de vreemde mensen (ik kan niet rationeel verwerken wie deze mensen zijn). Misschien sla ik volledig tilt. Misschien doe ik een combinatie van al deze dingen. Hoe dan ook, ik sta absoluut niet in verbinding met mezelf of de omgeving (ik dissocieer van mijn omgeving).

Hoe mijn survival response er ook uit zag, het zal ongetwijfeld een grote impact hebben op de rest van mijn dag. Ik zal hulp nodig hebben om opnieuw te kalmeren. Mijn stress hormonen zullen behoorlijk wat tijd nodig hebben om terug af te nemen, wellicht blijven ze nog een hele tijd hoog als er triggers blijven komen. Waarschijnlijk zal ik nog alerter zijn dan ik normaal al ben.

Wat kunnen we als ouders / primaire verzorgers doen om kinderen met trauma te helpen tijdens de feesten?

  1. Tracht te begrijpen hoe het stress (regulatie) systeem werkt. Dit helpt om het gedrag dat onze kindjes vertonen te zien als communicatie naar ons toe “ik weet niet hoe ik met deze intense gebeurtenis moet omgaan en heb hierbij jouw hulp nodig”.
  2. Probeer zo veel mogelijk routine te behouden. Coping gaat altijd beter wanneer we het gevoel hebben dat we de situatie kunnen controleren of voorspellen.
  3. Bereid het kind voor op wat zal komen, waar jullie naartoe gaan, wie er zal zijn, wat hij/zij kan verwachten, enzovoort.
  4. Maak iedere dag ruimte om te vertragen en te ontspannen samen met het kind (ga in verbinding).
  5. Help hen bij het identificeren en benoemen van emoties en gewaarwordingen in hun lijfje.
  6. Neem tijd voor jezelf – zelfzorg – zodat je zelf kalmer en relaxter bent. Dit komt de co-regulatie ten goede.

Ik hoop dat jullie samen mogen genieten van dit gezellige seizoen!

Liefs,

Lisa

Foto: Lore Mattens

Deel deze post via:

Facebook
Twitter
Email